SV | Maar het geschiedde in het drie en twintigste jaar van den koning Joas, dat de priesters de breuken van het huis niet gebeterd hadden. |
WLC | וַיְהִ֗י בִּשְׁנַ֨ת עֶשְׂרִ֧ים וְשָׁלֹ֛שׁ שָׁנָ֖ה לַמֶּ֣לֶךְ יְהֹואָ֑שׁ לֹֽא־חִזְּק֥וּ הַכֹּהֲנִ֖ים אֶת־בֶּ֥דֶק הַבָּֽיִת׃ |
Trans. | 12:7 wayəhî bišənaṯ ‘eśərîm wəšālōš šānâ lammeleḵə yəhwō’āš lō’-ḥizzəqû hakōhănîm ’eṯ-beḏeq habāyiṯ: |
Maar het geschiedde in het drie en twintigste jaar van den koning Joas, dat de priesters de breuken van het huis niet gebeterd hadden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar het geschiedde in het drie en twintigste jaar van den koning Joas, dat de priesters de breuken van het huis niet gebeterd hadden.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!